Zo kocht je een huis na WOII
Gepubliceerd: ‐ Update:
Hoe kocht men een huis na de Tweede Wereldoorlog? Na de Tweede Wereldoorlog was er een grote woningnood en werd er door de overheid actief gestuurd op het hebben van een eigen woning. De prijzen waren beter, maar de hypotheek bleek lastiger.
Net na de Tweede Wereldoorlog werd door de regerende christelijke partijen gestuurd op het bezit van een eigen huis. Zoveel mogelijk mensen zouden een huis moeten kopen. Een koopwoning stond volgens de partijleden voor verantwoordelijkheidsgevoel, een stabiel gezin en de emancipatie van de arbeider. Huur was voor de kortzichtige arbeider die van loon tot loon leefde.
De socialisten (PvdA) zagen dat echter anders: als je al geen stabiel leven had, zou een woning al snel een belemmering worden. Daarom moest de overheid volgens hen niet sturen op eigenwoningbezit.
Kon je na de WOII wel een huis kopen?
Kopen was echter voor de meesten niet haalbaar; na de oorlog was een volledige hypotheek nog niet mogelijk en moest een koper een derde zelf betalen. Bovendien was huren veel goedkoper. De huurlasten van een gezin bedroegen gemiddeld 7 procent van het besteedbaar inkomen, tegen 23 procent anno 2017. Dan hebben we het nog niet eens over het huidige Amsterdam.
De kwaliteit van de woningen na de Tweede Wereldoorlog was ook niet direct goed. Er was een flinke woningnood dus werd er geïnvesteerd in kwantiteit en niet in kwaliteit. De prijs was in 1945 natuurlijk wel veel vriendelijker. Een woning kostte gemiddeld veel minder dan een ton. Tegenwoordig is dat nog minder dan de prijs die je neerlegt voor een starterswoning in de stad.
Veel meer eigen woningen
De hypotheekgarantie ontstond in 1956. De regeling hield in dat de plaatselijke overheden garant stonden voor hypotheken tot aan een bepaald bedrag en dat zorgde voor een stijging in het aantal hypotheekaanvragen. In 1971 had zo’n 35 procent van de Nederlanders een eigen huis. De kwaliteit van koopwoningen was op dat moment stukken beter dan de tientallen jaren daarvoor.
De toename in eigenwoningenbezit nam door een welvarende economie, gunstige regelingen en verschillende hypotheekvormen tot aan de crisis in 2008 toe. Op dat moment bezat zo’n 60 procent van de bevolking een eigen huis. De crisis had nogal een weerslag op de huizenmarkt: ineens stond zo’n 20 procent van de te koop staande woningen onder water.
Dat is door de aantrekkende economie gelukkig niet meer het geval. Huizen gaan weer als zoete broodjes over de bank. Sterker een tekort aan starterswoningen dreigt. Wil jij weten of je in aanmerking komt voor een hypotheek en wat je dan kan lenen? Dan kun je bij De Hypotheekshop vrijblijvend en kosteloos een kennismakingsgesprek met een onafhankelijk financieel adviseur inplannen.
Het eerste gesprek is altijd gratis
Je kunt ook zelf berekenen wat je maximaal kan lenen