Renteontwikkelingen van 4 oktober 2016
Gepubliceerd: ‐ Update:
Hoewel er heel veel verschillende rentevaste perioden zijn om uit te kiezen, kiest het merendeel van de consumenten op dit ogenblik slechts uit twee opties: tien jaar en twintig jaar vast. Daarnaast neemt het aandeel van dertig jaar vast licht toe. Waarom kiest de consument bij het afsluiten van een hypotheek echter niet voor vijf, vijftien of vijfentwintig jaar vast?
Als we kijken naar het verschil tussen de gemiddelde rente op vijf en tien jaar vast met NHG, dan bedraagt dat nog maar 0,13%. Omgerekend komt dat neer op een paar euro per maand netto op een doorsnee hypotheek. Begrijpelijk dus dat de consument niet kiest voor vijf jaar maar voor tien jaar vast, vanwege de grotere rentezekerheid. Hetzelfde zien we ook bij vijftien en twintig jaar en bij vijfentwintig en dertig jaar: het verschil bedraagt hooguit 0,13%.
Het verschil daarentegen tussen tien en vijftien/twintig jaar, en twintig en vijfentwintig/dertig jaar, bedraagt momenteel liefst 0,50% tot 0,60%. Hierdoor zijn er in de afgelopen jaren eigenlijk nog maar vier rentevaste perioden overgebleven. In plaats van variabele rente plus één tot en met dertig jaar vast hebben we nu: variabel tot twee jaar (kort), tien jaar (middellang), twintig jaar (lang) en dertig jaar vast (zeer lang). Gezien de lage rentestand wordt kort op dit moment voornamelijk gesloten door consumenten die uitgaan van een verdere rentedaling. Argumenten om te kiezen voor tien, twintig of dertig jaar zijn vaak leencapaciteit, rentezekerheid of bij de oversluiters de resterende looptijd.
De Hypotheekshop Nieuws geeft een overzicht van de renteontwikkeling in de afgelopen weken. De verwachtingen die beschreven staan zijn altijd indicatief, hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.