Wat is een box 3 hypotheek?
In Nederland wordt jouw inkomen verdeeld in drie boxen voor de berekening van belastingen. Box 3 gaat over het vermogen dat jij bezit, zoals je spaargeld, je beleggingen en je eigen woning (wanneer dit niet jouw hoofdverblijf is).
Wanneer je een huis koopt en een hypotheek afsluit voor een woning waar je zelf in gaat wonen krijg je normaal gesproken te maken met box 1. Wanneer je bijvoorbeeld een tweede woning of een vakantiewoning koopt krijg je te maken met box 3.
Je kan ook te maken krijgen met box 3 wanneer je na 2013 een aflossingsvrije hypotheek afsluit.
Met een box 3 hypotheek valt het geleende bedrag in als schuld in box 3.
Wat valt er onder vermogen?
Onder vermogen vallen verschillende zaken waar jij als persoon eigenaar van bent. Denk hierbij aan spaargeld dat je hebt opgebouwd, beleggingen die je hebt gedaan of een eigen woning die niet jouw hoofdverblijf is.
Aflossingsvrije hypotheek: box 1 of box 3?
Overweeg je een aflossingsvrije hypotheek? Dan moet je goed begrijpen hoe de Belastingdienst deze hypotheekvorm belast. Belastingen in Nederland vallen in drie verschillende boxen. De boxen in het kort beschreven:
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning. Dit omvat inkomsten uit loon, winst uit onderneming, en andere inkomsten uit arbeid zoals pensioenen. Ook valt hieronder het eigenwoningforfait, het ‘inkomen’ dat je volgens de Belastingdienst ontvangt uit het hebben van een eigen huis. De betaalde hypotheekrente mag je hierop in mindering brengen.
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. Dit omvat inkomsten uit aandelen en winstbewijzen als je een aanmerkelijk belang in een vennootschap hebt. Er is sprake van een aanmerkelijk belang als je minstens 5% van de aandelen in een bedrijf bezit.
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Dit is een forfaitair rendement op je netto vermogen (zoals spaargeld, beleggingen, een tweede huis), minus de schulden. Hierbij wordt niet het werkelijke rendement belast, maar een fictief rendement dat de overheid jaarlijks vaststelt.
Bij een aflossingsvrije hypotheek valt je hypotheekschuld in principe in box 3. Dit betekent dat je je hypotheekschuld niet kunt aftrekken van je belastbaar inkomen in box 1. In plaats daarvan neemt de Belastingdienst het bedrag van je aflossingsvrije hypotheek mee in de berekening van je vermogen in box 3. Dit beïnvloedt de hoogte van je belastingheffing in box 3.
Wanneer je voor 2013 een aflossingsvrije hypotheek hebt afgesloten voor je eigen woning dan val je onder het overgangsrecht. Je hypotheek blijft dan in box 1.
Box 3 belasting berekenen
De belasting over box 3 berekenen geeft een goed beeld van wat je kunt verwachten. Om dit te doen moet je de waarde van je bezittingen en schulden in box 3 opgeven in je belastingaangifte. De Belastingdienst hanteert een schijvensysteem met verschillende tarieven. Doorgaans geldt: hoe hoger je vermogen, hoe meer belasting je betaalt. Het tarief stijgt progressief naarmate je vermogen toeneemt.
Er is ook een heffingsvrij vermogen, waarover je geen belasting betaalt. In 2023 is dit bedrag € 57.000 per persoon.
Oude en nieuwe rekenmethode box 3
Tot en met het belastingjaar 2021 gebruikte men bij de berekening van de belasting in box 3 een vast fictief rendement op basis van verschillende vermogensschijven. Ongeacht het werkelijke rendement op je vermogen werd er een percentage toegepast op de waarde van je bezittingen minus je schulden. Het fictieve rendement werd belast tegen een vast tarief van 30%. Dit systeem staat bekend als de oude rekenmethode voor box 3.
Vanaf het belastingjaar 2022 is er een nieuwe rekenmethode voor box 3 geïntroduceerd. Bij deze nieuwe methode berekent de Belastingdienst je daadwerkelijk behaalde rendement op je vermogen en belasten ze dit.
Hierbij wordt gekeken naar de werkelijke verdeling van je vermogen maar wordt er een fictief rendementspercentage gebruikt om de belasting in box 3 te bepalen. Schulden worden op een andere manier verwerkt dan in de oude regeling.
Vermogensbelasting 2023
Vermogen (vorm) | Fictief rendement |
Bank- en spaartegoeden en contant geld | 0,36% |
Beleggingen/andere bezittingen | 6,17% |
Schulden | 2,57 |
Rekenvoorbeeld 2023
Je hebt € 92.000 spaargeld en geen fiscale partner.
Stap 1: bereken het rendement per soort vermogen
Bank- en spaartegoeden en contant geld: € 92.000 x 0,36% = 33,20
Belastbaar rendement = € 331,20
Stap 2: bereken je vermogen
Bezittingen = € 92.000
Aftrekbare schulden = € 0
Vermogen = € 92.000 – € 0 = € 92.000
Stap 3: bereken de grondslag sparen en beleggen
De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag minus jouw heffingsvrij vermogen.
Het heffingsvrij vermogen is in 2023 € 57.000.
Grondslag sparen en beleggen = € 92.000 – € 57.000 = € 35.000
Stap 4: bereken jouw aandeel in de rendementsgrondslag
Deel jouw grondslag sparen en beleggen door jouw rendementsgrondslag. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met 100. Rond af op 2 decimalen achter de komma.
Grondslag sparen en beleggen € 35.000/rendementsgrondslag € 92.000 x 100 = 38%
Stap 5: bereken jouw voordeel uit sparen en beleggen
Het voordeel uit sparen en beleggen is je belastbaar rendement vermenigvuldigd met het percentage in jouw aandeel in de rendementsgrondslag.
Voordeel uit sparen en beleggen: € 331,20 x 38% = € 125,86
Over jouw vermogen betaal je 32% x € 125,86 = € 40,27 belasting.
Veranderingen in belasting op vermogen
Belastingregels met betrekking tot jouw vermogen veranderen in de loop van de tijd. De overheid besluit regelmatig om wijzigingen aan te brengen in de belastingtarieven, heffingsvrij vermogen en andere regels die invloed hebben op de vermogensbelasting. Het is daarom verstandig om op de hoogte te blijven van eventuele wijzigingen in de belastingwetgeving en om regelmatig jouw financiële situatie te evalueren.
Weten wat een box 3 hypotheek voor jou inhoudt?
De adviseurs van De Hypotheekshop staan klaar om je te ondersteunen. Plan een kosteloos oriëntatiegesprek bij De Hypotheekshop in jouw regio, dan ontdekken we samen waar je aan toe bent.