Geldverstrekkers huiverig om kredieten in te lossen
Gepubliceerd: ‐ Update:
Wie in het verleden bijvoorbeeld een auto of een keuken met behulp van een persoonlijke lening of een doorlopend krediet heeft gekocht – waarbij rentetarieven van 7% of meer niet ongebruikelijk zijn – zal wel eens verlekkerd kijken naar de huidige hypotheekrentes. Door de gestegen woningprijzen is er de laatste jaren bij veel mensen overwaarde ontstaan. Dit kan het aantrekkelijk maken om de bestaande hypotheek te verhogen en/of over te sluiten om meteen de lopende kredieten in te lossen. Echter, ondanks de toegenomen vraag vanuit consumenten om kredieten met hypotheekgelden te kunnen inlossen, wordt dit niet door alle geldverstrekkers toegestaan. Dat geldt eveneens voor de NHG. Het gaat dan om kredieten die niet voor de eigen woning (box 1, zoals een verbouwing) zijn besteed. Hier kunnen twee redenen voor worden aangegeven.
Vrees voor stapelaars
Allereerst volgen veel geldverstrekkers die sinds het einde van de crisis actief zijn geworden het beleid van de NHG. Vaak betreft dat regiepartijen die bijvoorbeeld gelden van buitenlandse funders investeren in Nederlandse hypotheken. Dergelijke investeerders zijn onbekend met de Nederlandse hypotheekmarkt en hebben veel vertrouwen in de NHG-regels, die zij als een overheidsgarantie zien. NHG wil huiseigenaren een vangnet bieden voor de financiële risico’s van een koopwoning en ziet het inlossen van kredieten met consumptieve besteding daarbij niet als haar kerntaak. Een tweede oorzaak is de vrees voor zogenaamde ‘stapelaars’. Daarmee worden consumenten bedoeld die vaker nieuwe kredieten sluiten om daarmee de huidige kredieten af te lossen. Veel geldverstrekkers zijn huiverig dat consumenten, na het afsluiten van de nieuwe hypotheek, opnieuw kredieten zullen aangaan. Sommige aanbieders willen op basis van individuele beoordeling wel akkoord geven als het bijvoorbeeld om maximaal €15.000 of een relatief lage hypotheek gaat. Overigens is een geldverstrekker in het geval van aflossing via de hypotheek bij het afmelden van een doorlopend krediet wel afhankelijk van de consument, omdat dit pas na passeren mogelijk is.
Minder betalingsachterstanden, meer geregistreerde kredieten
Vorige week meldde de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) dat 6,2% van de mensen met een geregistreerd krediet een betalingsachterstand had, gemeten over heel 2018. Dat betekent een kleine daling ten opzichte van 2017. Het totaal aantal mensen met een krediet steeg in 2018 van 10,4 naar 10,8 miljoen. Deze groei laat zich onder andere verklaren doordat er sinds mei 2017 ook kleinere kredieten worden opgenomen in het kredietregister, zoals mobiele telefoonkredieten. Private (auto) leasecontracten worden in de BKR geregistreerd als de betreffende leasemaatschappij is aangesloten bij het Keurmerk Private Lease.
Renteverlagingen op niet gangbare renteperioden
Vorige week voerden veel geldverstrekkers renteverlagingen door, waaronder relatief veel grote aanbieders als Aegon, ABN Amro, Florius, NIBC, Obvion, asr en NN. Het valt daarbij op dat 15 jaar vast het vaakst werd verlaagd. Ook andere minder frequent afgesloten rentevaste perioden als 12 en 17 jaar werden aangepast. ABN Amro, Florius, Obvion en NN willen middels scherpe rentetarieven op de minder gangbare rentevaste perioden consumenten verleiden om niet te kiezen voor ‘standaard’ renteperioden als 10, 20 of 30 jaar vast, waarop de concurrentie groot is. Deze rentevaste perioden nemen in 2019 circa 86% van alle hypotheekaanvragen voor hun rekening.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in 2018 een winst van 1,6 miljard euro geboekt. Dat is 23 procent meer dan in 2017. De winst wordt uitgekeerd aan nationale centrale banken in de eurozone. Het gestegen resultaat is onder meer te danken aan de enorme portefeuille met (staats)obligaties die de bank de laatste jaren heeft opgebouwd. Eind december stopte de ECB met het opkopen van meer obligaties. Wel worden de aflossingen van de leningen geherinvesteerd. Overigens is volgens het Centraal Planbureau (CPB) helemaal niet bewezen dat dit monetaire beleid daadwerkelijk effect heeft gehad. Dit komt omdat de belangrijkste onderzoeksmethode die wordt gebruikt om de effecten te meten, niet zou deugen.
Doorstromers profiteren van hogere NHG-grens
Vorige week verscheen het kwartaalbericht van de NHG. Daarin de verwachting dat de verhoging van de NHG-kostengrens van €265.000 naar €290.000 er toe zal leiden dat begin 2019 ruim 15% meer aankopen van bestaande woningen met NHG gefinancierd kunnen worden. Na twee maanden in 2019 blijkt er inderdaad sprake van een toename van 15% in het aantal hypotheekaanvragen met NHG. De groei komt, afgezien van de categorie tot 25 jaar, bij alle leeftijdsgroepen vandaan. De grootste toename is daarbij zichtbaar onder dertigers. Relatief gezien is deze echter het grootst in de categorie 35-39 jarigen (de 2e groep qua omvang na de 30-34 jarigen) en betreft dus vooral doorstromers. Dat lijkt verklaarbaar. De gemiddelde hypotheekaanvraag in de leeftijd 25-29 jaar bedraagt in 2019 €230.000 – zowel met als zonder NHG – en die voor 30-34 jarigen is €262.000. Voor deze leeftijdsgroepen was de verhoging van de NHG-kostengrens dus minder relevant dan voor doorstromers en oversluiters. De verhoging is het gevolg van de gekozen methode bij het bepalen van de NHG-kostengrens waarbij wordt aangesloten bij de gemiddelde koopsom volgens het Kadaster in de maanden juni, juli en augustus. Deze methode houdt geen rekening met de regionale verschillen in huizenprijzen.
Nieuws van De Hypotheekshop geeft een overzicht van de renteontwikkeling in de afgelopen weken. De verwachtingen die beschreven staan zijn altijd indicatief, hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.